Co-ouderschap

Van co-ouderschap is sprake als ouders na hun scheiding de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen min of meer gelijk verdelen. Wat zijn de vereisten voor co-ouderschap en wat komt er allemaal bij co-ouderschap kijken? Hieronder leest u daar meer over.

"Kinderen hebben recht op een gelijkwaardige verzorging door hun ouders"

Wat is co-ouderschap?

Op grond van de wet hebben kinderen recht op een gelijkwaardige verzorging door allebei hun ouders. Dat betekent niet dat de ouders de verzorging en opvoeding van hun kinderen precies 50/50 moeten verdelen, maar het uitgangspunt is wel dat de kinderen zoveel mogelijk door hun beide ouders worden verzorgd en opgevoed. Als de zorg- en opvoedingstaken in grote mate gelijk tussen de ouders worden gedeeld, wordt van co-ouderschap gesproken.

Uit elkaar met kind Omgangsregeling

omgangsregeling

Vereisten voor co-ouderschap

Er zijn geen wettelijke vereisten voor co-ouderschap. Dat betekent niet dat co-ouderschap altijd mogelijk is. Als ouders de zorg over hun kinderen vrijwel in gelijke mate met elkaar delen, moeten zij ten eerste goed met elkaar kunnen communiceren. Zorg- en opvoedingstaken delen betekent namelijk op elkaar afstemmen en samenwerken. Als ouders niet goed met elkaar kunnen overleggen, is een co-ouderschap niet goed mogelijk. Dit betekent echter niet dat het enkele feit dat de communicatie slecht is, een reden voor een rechter is om geen co-ouderschapsregeling vast te stellen. Ouders hebben namelijk een inspanningsverplichting om met elkaar te overleggen.

Voor een co-ouderschapsregeling is ook van belang dat de ouders niet ver van elkaar vandaan wonen en in de omgeving van waar de kinderen hun sociale netwerk hebben. De kinderen wonen in een co-ouderschapsregeling eigenlijk bij zowel hun moeder als hun vader. De afstand naar de andere ouder en bijvoorbeeld hun school, sporten en vriendjes moet dan niet te ver zijn.

Hiernaast is van belang dat ouders praktisch gezien in staat zijn een groot gedeelte van de zorg over de kinderen op zich te nemen. Dat betekent dat zij er het liefste ook echt voor de kinderen moeten kunnen zijn. Een drukke baan kan daarin bijvoorbeeld een belemmering vormen.

 

mediation

Verdeling van de kosten

Het staat ouders vrij zelf afspraken te maken over de wijze van de verdeling van de kosten van de kinderen. Vaak wordt een onderscheid gemaakt in de “dagelijkse kosten” die elke ouder heeft, als de kinderen bij hem of bij haar zijn (eten, drinken, woonlast, gas, water en licht e.d.) en de zogenoemde “verblijfsoverstijgende kosten” die geen verband houden met de verblijfplaats van de kinderen. Veel voorkomende afspraken in een co-ouderschapssituatie zijn:

  • kinderalimentatie vastgesteld op basis van de alimentatienormen, waarbij de kosten van de kinderen naar rato van de draagkracht van de ouders worden verdeeld en waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat de kinderen ook een groot gedeelte van de tijd bij de alimentatiebetaler verblijven;
  • kinderrekening waarvan de (verblijfsoverstijgende) kosten van de kinderen worden voldaan, waarop beide ouders of één van hen een bijdrage stort(en);
  • de kosten van de kinderen worden bij helfte tussen de ouders verdeeld, waarbij geldt dat iedere ouder de kosten van de kinderen draagt als die bij hem/haar verblijven en de verblijfsoverstijgende kosten bij helfte tussen de ouders worden gedeeld.

Kinderalimentatie of kinderrekening? Hoe kan ik mijn alimentatie laten berekenen?

alimentatie

Fiscale gevolgen van co-ouderschap

Co-ouderschap heeft fiscaal gezien gevolgen. De ouder bij wie de kinderen staan ingeschreven, ontvangt de kinderbijslag en kan aanspraak maken op kindgebonden budget (tenzij zijn of haar inkomen/vermogen daarvoor te hoog is). Aangezien in een co-ouderschapssituatie geen sprake is van één hoofdverzorger, maar allebei de ouders in gelijke mate voor de kinderen zorgen, kan het hoofdverblijf van de kinderen in principe bij beide ouders worden vastgesteld. Ouders kunnen bij het maken van de keuze bij welke ouder de kinderen worden ingeschreven, deze fiscale gevolgen een rol laten spelen, dus kiezen voor het verblijf waarmee zoveel mogelijk fiscaal voordeel wordt behaald.

Indien u inkomen uit arbeid, winst of overige werkzaamheden boven een bepaalde minimumgrens heeft en er aan het begin van een kalenderjaar een minderjarig kind van jonger dan twaalf jaren op uw adres ingeschreven staat, kunt u aanspraak maken op “inkomensafhankelijke combinatiekorting”. In geval van co-ouderschap geldt dat beide ouders aanspraak kunnen maken op die korting, dus ook de ouder bij wie het kind van jonger dan twaalf niet ingeschreven staat. Er moet dan sprake zijn van de situatie dat het kind ten minste drie hele dagen per week in elk van de huishoudens verblijft. Met drie hele dagen wordt drie keer vierentwintig uur per week bedoeld. Aan deze eis is ook voldaan als het kind om de week bij de ene en de andere ouder verblijft. Ook in dit opzicht is co-ouderschap dus aantrekkelijk.

Hoe regel ik co-ouderschap?

Als u en uw partner uit elkaar gaan, dient u afspraken te maken over de verdeling van de zorg- en opvoedtaken van de kinderen. Van u wordt verwacht dat u daarover samen in gesprek gaat en de afspraken die u maakt, vastlegt in een ouderschapsplan.

Als het u en uw partner niet lukt samen afspraken te maken, kunt u onder begeleiding van een mediator proberen alsnog tot overeenstemming te komen. Een mediator kan u helpen op ouderniveau (en niet als ex-partners) met elkaar te communiceren en op zoek te gaan naar de onderliggende belangen over en weer. Op die manier krijgen ouders meer begrip voor elkaar, wat de basis is voor het maken van een afspraak die het beste aansluit bij de belangen van de kinderen en de ouders.

Als één van de ouders geen co-ouderschap wenst, kan de andere ouder de rechter verzoeken een co-ouderschapsregeling vast te leggen. Het belang van de kinderen staat voorop. De rechter kijkt daarom zowel naar hun wettelijke recht op een gelijkwaardige verzorging door hun ouders, maar ook de praktische situatie. Zoals hiervoor beschreven, moet er voor co-ouderschap sprake zijn van goede communicatie tussen de ouders. Als er sprake is van een slechte communicatie betekent dat echter niet direct dat een rechter ook geen co-ouderschap toewijst. De rechter kijkt daarnaast ook naar andere omstandigheden, zoals de afstand tussen de woonplaatsen van de ouders, de afstand van de woonplek van de ouders tot de school, de sporten en het sociale netwerk van de kinderen en de mogelijkheden voor de ouders om de kinderen ook echt zelf te verzorgen als zij bij hen zijn.

Mediation Ouderschapsplan

scheiding en ontbinding