Nieuwe partneralimentatie wet

Nieuwe partneralimentatie wet

Op 29 juni 2015 is het initiatief wetsvoorstel Wet herziening partneralimentatie bij de Tweede Kamer ingediend. Het doel van dit wetsvoorstel is onder andere de vereenvoudiging van de berekening en de verkorting van de duur. De bedoeling is dat de wet in werking treedt op 1 januari 2020.

Partneralimentatie wet nu

In de huidige partneralimentatie wet is bepaald dat de verplichting tot het betalen van partneralimentatie automatisch eindigt na het verstrijken van een termijn van twaalf jaren. Deze twaalfjaarstermijn vangt aan op de datum van de scheiding, dus de datum waarop de beschikking in de registers van de burgerlijke stand wordt ingeschreven. Als het huwelijk niet meer dan vijf jaren heeft geduurd en uit dit huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot het betalen van partneralimentatie automatisch na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk.

Meer over partneralimentatie Indexeringstool

Voorstel nieuwe partneralimentatie wet

De hoofdregel in het wetsvoorstel is dat de duur van de partneralimentatie de helft bedraagt van de duur van het huwelijk, met een maximum van vijf jaren. Op deze hoofdregel waren in eerste instantie twee uitzonderingen voorgesteld:

  1. Bij zorg voor jonge kinderen blijft de maximale duur twaalf jaar. De partneralimentatie eindigt dan op het moment dat het jongste kind twaalf jaar oud is. Als het huwelijk wordt beëindigd als het jongste kind zes jaar oud is, betekent dit dat de partneralimentatie dus een maximale duur heeft van zes jaar. Met deze eerste uitzondering worden de alimentatiegerechtigde met jonge kinderen in bescherming genomen.
  2. De tweede uitzondering geldt voor gevallen waarin de duur van het huwelijk langer is dan vijftien jaar en de alimentatiegerechtigde tien jaar jonger is dan de AOW-leeftijd. In dat geval kan de partneralimentatie maximaal tien jaar duren. Ruw geschat betekent dit dat bij een huwelijk dat langer dan vijftien jaar heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde 57 jaar oud is, de plicht tot het betalen van partneralimentatie maximaal tien jaar kan duren. Met deze tweede uitzondering worden dus de alimentatiegerechtigden in bescherming genomen die een lang huwelijk achter de rug hebben en die gezien hun leeftijd moeilijk nog aan de slag kunnen komen op de arbeidsmarkt.

Later is er nog een extra categorie bijgekomen. De alimentatiegerechtigde die op het moment van de inwerkingtreding van de wet 50 jaar of ouder is, maar nog niet de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt, en die vijftien jaar of langer getrouwd is op het moment van indiening van het echtscheidingsverzoek, heeft ook recht op partneralimentatie voor de duur van (maximaal) tien jaar. Uit de voorgestelde wettekst blijkt dat het gaat om de categorie van alimentatiegerechtigden, die geboren is op of vóór 1 januari 1970.

Daarnaast was in het eerdere voorstel opgenomen dat de alimentatieplicht zou eindigen bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd door de alimentatieplichtige. Deze beëindigingsgrond is later geschrapt. Dit betekent dat ook na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd door de alimentatieplichtige, de alimentatieplicht kan voortduren. Dit is van belang voor de groep van alimentatiegerechtigden die op grond van de hierboven genoemde uitzonderingen op de hoofdregel recht heeft op een langere termijn van tien jaar, maar van wie de ex-echtgenoot kort voor de AOW-leeftijd zit.

Het wetsvoorstel kan rekenen op een meerderheid van de stemmen

Uit diverse publicaties blijkt dat het huidige wetsvoorstel in de Tweede Kamer kan rekenen op een meerderheid van stemmen. Dit betekent dat het de verwachting is dat het wetsvoorstel zal worden aangenomen door de Tweede Kamer.

Wat de kansen van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer zijn, is niet duidelijk. Op 27 mei 2019 zullen er verkiezingen plaatsvinden voor de Eerste Kamer. Of na de verkiezingen er een meerderheid is voor het wetsvoorstel, hangt van veel factoren af. Dit betekent dat het onzeker is dat het wetsvoorstel in zijn huidige vorm met ingang van 1 januari 2020 daadwerkelijk zal zijn ingevoerd. AB advocaten zal u op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen op dit gebied.

Naast voornoemd wetsvoorstel is overigens de verwachting dat met ingang van 1 januari 2020 de fiscale aftrekbaarheid van partneralimentatie aan banden wordt gelegd. Dit betekent dat degene die partneralimentatie betaalt, een lager fiscaal voordeel heeft. Ook met die wijziging dient bij de vaststelling van alimentatie rekening te worden gehouden.

Hoe kan ik mijn alimentatie laten berekenen?

Limitering en nihilstelling

Het is belangrijk rekening te houden met de hiervoor beschreven ontwikkelingen ten aanzien van de wijziging van de partneralimentatie wet. In de rechtspraak is de lijn al uitgezet: van een alimentatiegerechtigde mag in de huidige tijd worden verwacht dat die er zo snel mogelijk voor zorgt dat zij (voor het gemak ervan uitgaande dat het de vrouw betreft) in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Met name als de kinderen een leeftijd hebben waarop zij niet meer continue zorg nodig hebben, dient de alimentatiegerechtigde er alles aan te doen om een eigen inkomen te krijgen/meer inkomen te genereren. Rechters bepalen steeds vaker dat de partneralimentatie in een korte tijd (afhankelijk van de omstandigheden) wordt afgebouwd naar nihil, of zelfs dat de termijn voor het betalen van partneralimentatie wordt verkort (wat limitering genoemd wordt). Bij nihilstelling kan de alimentatiegerechtigde alsnog om alimentatie vragen als blijkt dat zij op het moment van de nihilstelling toch nog niet in staat is geheel in haar eigen levensonderhoud te voorzien (ondanks dat zij daar wel voldoende actie voor heeft ondernomen). Bij limitering eindigt de alimentatieplicht definitief.

Wijziging partneralimentatie

Wilt u weten of uw partneralimentatie nog voldoet aan de wettelijke maatstaven en de ontwikkelingen in de jurisprudentie? Onze mediators en advocaten adviseren u graag over de mogelijkheden.

Kan ik mijn alimentatie verlagen? Neem contact op

mr. R.A.H. (Renske) Vullings
Dit artikel is geschreven door:
mr. R.A.H. (Renske) Vullings