De gezagsbeëindigende maatregel
De gezagsbeëindigende maatregel is een kinderbeschermingsmaatregel waarbij het gezag van de ouder(s) wordt afgenomen....
Lees verderHet contact tussen een ouder en een uithuisgeplaatst kind kan door jeugdzorg beperkt worden. Jeugdzorg gebruikt hiervoor vaak de “choplist”. Wat is de choplist? Welke kritiek is er op de choplist? Wat kan je doen tegen de beperking van het contact met je kind?
Meer over de kinderbeschermingsmaatregelen
‘Choplist’ is een afkorting voor: Checklist Oudercontacten in de Pleegzorg. Jeugdzorg gebruikt deze checklist als er een beslissing moet worden gemaakt over de mate van contact tussen een uithuisgeplaatst kind en diens ouders. Jeugdzorg maakt hierover een beslissing als door jeugdzorg of de rechter is bepaald dat een kind niet meer wordt thuisgeplaatst en dus in een pleeggezin zal opgroeien.
Meer over uithuisplaatsing Meer over ondertoezichtstelling
De Choplist is dus een middel voor het bepalen van een bezoekregeling tussen ouders en een uithuisgeplaatst kind. Deze checklist bestaat uit meerdere vragen die door de gezinsvoogd van jeugdzorg beantwoord worden. Voorbeelden van deze vragen zijn:
– Hoe oud is het kind?
– Is het kind ontspannen in de periode rond het bezoek met de ouders?
– Geven de ouders toestemming voor het verblijf van het kind in het pleeggezin?
– Bieden de ouders tijdens het bezoek structuur, duidelijkheid en toezicht?
– Is er tijdens het contact tussen de ouders en het kind een emotionele band waarneembaar?
– Beleven de ouders en het kind het contact als positief, ontspannen en gezellig?
De antwoorden op alle vragen uit de choplist geven de risicofactoren en de beschermende factoren weer. Jeugdzorg maakt daarna een afweging. Als jeugdzorg meer risicofactoren dan beschermende factoren ziet, is dat voor jeugdzorg een reden om de bezoeken tussen het kind en de ouders minder vaak, korter en/of begeleid plaats te laten vinden.
De choplist is een richtlijn voor intern gebruik binnen jeugdzorg. Jeugdzorg verkondigt vaak dat de choplist bepaalt hoe de contactregeling tussen de ouders en het uithuisgeplaatst kind eruit gaat zien. Het is echter een instrument voor jeugdzorgen en geeft een advies. Het staat de gezinsvoogd vrij om van de uitkomst te wijken. De choplist is dus niet ‘alles bepalend’.
De gezinsvoogd is verplicht om de ouders vooraf te informeren wat de choplist inhoudt en welke waarde zal worden gehecht aan de uitkomst ervan.
De gezinsvoogd vult de choplist in. Jeugdzorg verkondigt vaak dat de choplist een objectief beeld geeft. De choplist wordt echter ingevuld uit het eenzijdige beeld op de situatie vanuit jeugdzorg. Er worden door jeugdzorg zelden andere hulpverleners (die betrokken zijn bij het kind of de ouders) betrokken bij het invullen van ervan. Dat maakt de choplist niet objectief.
De choplist is voor intern gebruik binnen jeugdzorg. Jeugdzorg gebruikt de uitkomst van de choplist echter vaak extern, namelijk als onderbouwing voor de beperking van het contact tussen de ouders en het kind voor de rechter. Daarbij wordt door jeugdzorg alleen de uitkomst van de choplist vermeld. Voor een rechter is dit niet toetsbaar als jeugdzorg geen inzicht geeft in de wijze waarop de choplist is ingevuld.
Het grootste kritiekpunt op de choplist is dat de uitkomst vrijwel altijd een beperking van het contact tussen het uithuisgeplaatst kind en de ouders inhoudt. In de toelichting op de choplist staat dat ook beschreven: “Een gestructureerd, in frequentie beperkt en qua duur afgebakend contact is nodig en volstaat om het doel van het oudercontact te bereiken”. Uitgangspunt in de choplist bij een kind dat langdurig uit huis is geplaatst, is dat het bezoek met de ouders gemiddeld slechts eenmaal per zes weken plaatsvindt en maximaal eenmaal per twee weken. In de meeste gevallen is de duur van het contact slechts een uur tot anderhalf uur. Jeugdzorg verkondigt dat de choplist ‘maatwerk’ is, maar klopt dat wel als de uitkomst vrijwel altijd een (ernstige) beperking van het contact tussen kind en ouders inhoudt?
Jeugdzorg mag de contacten tussen de ouders en een uithuisgeplaatst kind beperken. Als jeugdzorg deze beslissing neemt, laat dit dan door de gezinsvoogd op papier zetten. Met deze beslissing kan de ouder namelijk naar de rechter stappen. Deze beslissing van jeugdzorg geldt als een ‘schriftelijke aanwijzing’. In de wet staat dat de ouder en het kind vanaf twaalf jaar binnen twee weken aan de rechter kan verzoeken om deze beslissing ongedaan te maken. De rechter kan vervolgens een contactregeling vaststellen.
Een andere mogelijkheid is de geschillenregeling. De (gezaghebbende) ouder kan een procedure starten tegen jeugdzorg om een probleem met jeugdzorg voor te leggen aan de rechter. Hiervan kan sprake zijn als jeugdzorg het contact tussen de ouders en het kind beperkt of er voorwaarden aan stelt (zoals begeleiding), waar de ouder het niet mee eens is. De rechter kan vervolgens een contactregeling vaststellen.
Let op! Bij problemen in de bezoekregeling tussen het kind en de ouders is jeugdzorg snel geneigd om de oplossing te zoeken in de aanpassing van de bezoekregeling door beperking van de duur of de frequentie. Jeugdzorg is echter verplicht om eerst in te zetten op de kwaliteit van het contact en, indien nodig, daarbij hulp aan te bieden voor de ouders en/of het kind.
Bent u op zoek naar een in het jeugdrecht gespecialiseerde advocaat met kennis en ervaring in een zaak tegen jeugdzorg? Dan bent u bij AB advocaten aan het juiste adres.
Onze gespecialiseerde advocaat
Onze advocaten hebben die kennis en ervaring én zijn daadwerkelijk betrokken in uw zaak. Wij leggen met regelmaat in zaken een conflict met jeugdzorg voor aan de rechter. Natuurlijk voeren we daarnaast ook gedegen verweer tegen de ondertoezichtstelling, de uithuisplaatsing of de gezagsbeëindigende maatregel. Daarnaast voeren we gesprekken met de gezinsvoogd of zijn we, indien nodig, aanwezig bij gesprekken met jeugdzorg. Neem contact met ons op voor een verblijvende afspraak.
Neem contact op Wat kost een advocaat?